Een tijdje geleden schreef ik reeds over het gebruik van Flutter voor een persoonlijke app die ik aan het ontwikkelen was.
Ondertussen ben ik op stage ook een applicatie aan het schrijven voor de klant, in Flutter.
De afgelopen weken ben ik aardig wat meer te weten gekomen over Flutter en de werking ervan. Het framework blinkt uit boven de rest vanwege de relatief eenvoudige manier van werken als je er eenmaal in duikt. Zo kun je als je eenmaal wat ervaring hebt vrij eenvoudig meerdere schermen maken en deze zeer makkelijk met elkaar verbinden.
Bovendien vindt ik Flutter’s layout geweldig: simple en clean om het zo te zeggen, maar wel met enorm veel uitbreidingsmogelijkheden.


Iets waar ik sinds deze week vooral mee bezig ben is de combinatie van Flutter met Google’s Firebase, een soort all-in-one platform waarin o.a. authenticatie-, database- en analysefuncties zitten. Het beste van al? Het is gratis voor kleinere apps.
Voor de app die ik voor de klant aan het bouwen ben werk ik met Firebase Firestore, een NoSQL-oplossing. Hierin heb ik 2 ‘collecties’ genaamd ‘klanten’ en ‘werknemers’ waarin ik bepaalde data opsla, die dan in de app op verschillende plekken weer gebruikt kan worden.
Het handige van een persoonlijke app gecombineerd met de app voor de klant is dat ik in mijn persoonlijke app vaak eerst nieuwe features test op een manier waardoor zowel mijn persoonlijke app ermee verrijkt wordt, maar waarmee ik evengoed nieuwe inzichten krijg die dan weer in de app van de klant kunnen worden geïntegreerd.
Een laatste speerpunt van Flutter is naar mijn mening de enorme hoeveelheid informatie die erover te vinden is, zowel in de vorm van de officiële documentatie alsook de vele voorbeeldapplicaties en artikels op sites als Medium die bepaalde features aan de hand van een voorbeeld uitleggen.
Als je me nu wilt excuseren, ik ga nog even zo’n voorbeeld integreren in m’n persoonlijke app!